In 2022 kreeg een collectief, bestaande uit Ecofirst, CWEPSS en MaSePaS, van de Service Public de Wallonie (Département de la Nature et des Forêts en DEMNA) een boeiende en tegelijk vrij complexe opdracht: een methodologie voorstellen voor de beoordeling van de staat van instandhouding van Natura 2000-habitat 8310, d.w.z. natuurlijke grotten die niet voor toerisme worden geëxploiteerd.

Naast de strikte bescherming van kwetsbare en prioritaire soorten (Bijlage II van de Habitatrichtlijn), wordt nu algemeen aanvaard dat de bescherming van de biodiversiteit ook (en vooral) het duurzame beheer en de bescherming van hun habitats vereist, en dus van de levensomstandigheden van diezelfde soorten en gemeenschappen. Het doel van dit werk is de SPW een protocol aan te reiken dat, op basis van een reeks veldwaarnemingen en de compilatie van bestaande biologische gegevens, een zo objectief en coherent mogelijke beoordeling mogelijk maakt van de goede (of slechte) staat van het ondergrondse milieu in Wallonië. De voorgestelde aanpak integreert de “abiotische” kenmerken van het milieu (fysico-chemische omstandigheden, microklimaat), biologische gegevens (lijsten van aanwezige soorten, zeldzaamheid en populatiedynamiek) en de bedreigingen (met name in verband met antropogene activiteiten) voor dit milieu en de biodiversiteit die het bevat.

  Dit document is een samenvatting van de literatuurstudie die in het kader van het project is uitgevoerd. Het bevat een samenvatting van de werkwijzes voor de beoordeling van dit habitat in de buurlanden, een hoofdstuk met een habitatbeschrijving, een hoofdstuk over metingen van abiotische parameters, een hoofdstuk over de beoordeling van levende wezens in ondergrondse locaties en tot slot een beoordeling van bedreigingen en beschermingsmaatregelen.